EVZ Beeksche Waterloop Zuid
De Beeksche Waterloop is een gegraven waterloop die in 1997 werd aangelegd om de aanliggende agrarische percelen te voorzien van water. De waterloop wordt gevoed vanuit het Wilheminakanaal ten oosten van Breugel om 30 kilometer verderop uit te monden in de Dommel. Waterschap De Dommel heeft aan BWZ Ingenieurs gevraagd om het zuidelijk deel van het beektraject over een lengte van circa 3½ km in te richten als ecologische verbindingszone (EVZ) met als belangrijkste doelsoorten kamsalamander, levendbarende hagedis, geelgors en bandheidelibel.
Hoekje eraf
De grootste uitdaging van dit project is de beperkte hoeveelheid ruimte langs de Beeksche Waterloop om het huidige profiel te verbreden. Een relatief simpele ingreep op grote delen van het traject werd tijdens de looptijd van het project bekend als ‘hoekje eraf’. Het accoladeprofiel aan één zijde van de waterloop bleek in de praktijk nooit onder water te staan; het afvlakken van de steilrand van dit ‘winterbed’* levert dan ook gelijk een aanzienlijke natuurwinst op.
Meer leefgebied voor salamanders
Om ervoor te zorgen dat de kamsalamander en andere dieren meer leefgebied krijgen en makkelijker in- en uit het water kunnen, worden de al aanwezige poelen vergroot en de oevers ervan verflauwd. In de nabijheid van enkele van deze poelen bleek het mogelijk om de oevers van de Beeksche Waterloop aan te leggen met een zeer flauw talud. Een andere maatregel om het leefgebied te vergrote, is het aanbrengen van een struiklaag als onderbegroeiing van de bermbomen die op een aantal plekken langs de waterloop staan. Het struweel vormt een geleidelijke overgang van het water naar het land en biedt zo een schuilplek voor soorten als de kamsalamander.
Meer variatie, meer biodiversiteit
Twee aanliggende percelen komen in eigendom van Waterschap De Dommel. Hier wordt de Beeksche Waterloop het meest ingrijpend aangepakt. De huidige loop wordt gedempt om de beek te laten meanderen over de percelen. De oevers worden aangelegd met een zeer flauw talud en een in breedte variërende waterlijn. Van één graslandperceel wordt de voedselrijke toplaag afgegraven, zodat zich nat schraalgrasland kan ontwikkelen. Ook wordt op dit perceel nieuw bos aangeplant, maar niet zonder te zorgen voor een robuuste struiklaag (mantel) die de overgang vormt naar de kruidlaag.
Op beide percelen wordt bovendien dood hout ingebracht waardoor de stromingsvariatie in de beek verder toeneemt. Tegelijkertijd fungeert dood hout als voedselbron voor de aanwezige fauna in het ecosysteem van de waterloop. Met het inbrengen van houtpakketten wordt tevens invulling gegeven aan de KRW-doelstelling om de waterkwaliteit en de ecologie van de Beeksche Waterloop te verbeteren. Zo ontstaat er een gevarieerder leefgebied dat aantrekkelijker is voor meer verschillende soorten planten en dieren.
* In werkelijkheid wordt er door Waterschap De Dommel voor de Beeksche Waterloop een omgekeerd peil gehanteerd, met een hoger zomer- dan winterpeil. Maar ook ’s zomers staat het ‘winterbed’ soms droog.